‘MKZ in Kootwijkerbroek onwaarschijnlijk’

De groep deskundigen die de laboratoriumtest heeft onderzocht die in 2001 aanleiding was om vee in Kootwijkerboek te ruimen, geven aan dat het onwaarschijnlijk is dat het virus in het dorp aanwezig was.

Dat stelden ze tijdens een toelichting op hun rapport bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) op maandag 13 mei. Volgens viroloog Ab Osterhaus en de microbiologen Ann Vossen en Berst Niesters is het na zoveel jaar moeilijk uit te maken of er wel of niet mkz in Kootwijkerbroek was maar “komt het ons onwaarschijnlijk voor”.

Het bewuste kalf (en enige kalf) dat positief testte had geen duidelijke ziekteverschijnselen en ook andere dieren in de stal waren niet ziek. De deskundigen stellen dat het beter was geweest als het ministerie van Landbouw destijds extra onderzoek had gedaan om de diagnose van het betreffende monster te bevestigen.

Bij de manier waarop het monster bij destijds ID-Lelystad onderzocht is, zetten de deskundigen ook hun vraagtekens. Ze sluiten niet uit dat het bewuste monster in het laboratorium besmet is geraakt. De techniek waarmee het onderzoek werd gedaan was niet geaccrediteerd en de voorgeschreven procedures werden niet gevolgd. Ook was er geen monstermateriaal over voor een herhaling van de test.

Veehouders uit Kootwijkerbroek strijden al achttien jaar tegen de, volgens hen, onterechte ruiming door het ministerie. Het is voor hen een principekwestie geworden om aan te tonen dat het virus niet in het dorp rondwaarde. Dat deze vraag ooit nog definitief beantwoord wordt, lijkt niet meer waarschijnlijk.

Het CBb doet uiterlijk 6 augustus uitspraak. Hierna kunnen de gedupeerden eventueel nog een schadeprocedure opstarten. Maar dit is niet hun eerste insteek. Dat blijft het aantonen van de feitelijke waarheid.