Bijna helft varkenshouders is voor krimp varkensstapel

47 procent van de Nederlandse varkenshouders wil krimp van de varkensstapel. In gebieden waar burgers overlast ervaren, is zelfs 80 procent van de varkensboeren voor krimp.

Dit blijkt uit een enquête die Nieuwe Oogst heeft gehouden onder 386 varkenshouders. Met het onderzoek wil het weekblad peilen hoe varkenshouders staan tegenover het akkoord op hoofdlijnen wat betreft de warme sanering van de varkenshouderij. Hiervoor is 120 miljoen euro beschikbaar voor stoppende boeren en 40 miljoen euro voor innovaties die de blijvers in de markt een betere concurrentiepositie moeten opleveren. Het belangrijkste motief van de voorstanders van krimp is het vergroten van de overlevingskansen voor de blijvers.

Uitwisseling van varkensrechten met andere sectoren is een groot twistpunt onder varkenshouders. Oudere varkenshouders willen dat rechten uitwisselbaar zijn zodat er op deze manier een extra mogelijkheid ontstaat voor een warme sanering. Blijvers in de markt zeggen geen baat te hebben bij uitwisseling van rechten. Een hogere prijs van de rechten zit ontwikkeling en uitbreiding van hun bedrijf in de weg, vinden ze.

Eind vorige week voorspelde de Rabobank dat het aantal varkensbedrijven versneld zal afnemen van 3.500 naar ongeveer 1.000 bedrijven in 2030. Vooral in de periode 2019 tot 2023 stoppen veel varkenshouders. De stoppersregeling die eind 2019 afloopt, het provinciale Brabantse beleid, de aanstaande regelingen voor een warme sanering en het feit dat twee derde van de varkenshouders ouder is dan 50 jaar, zijn de belangrijkste redenen.