Vrijgeven individueel geblokkeerde kalveren blijft lastig

Als een melkveebedrijf wordt vrijgegeven door de NVWA in het kader van onregelmatigheden in I&R, betekent dit niet automatisch dat de dieren van deze bedrijven op het kalverbedrijf ook hun individuele blokkade kwijtraken, blijkt uit onderzoek van LTO.

Er zijn op dit moment nog 246 kalveren geblokkeerd op kalverhouderijen. Bij 75 kalveren gaat het om kalveren die afkomstig zijn van melkveebedrijven die inmiddels al wel weer zijn vrijgegeven door de NVWA.

De afgelopen weken heeft LTO diverse gesprekken gehad met RVO en de NVWA. Het blijkt dat de bedrijfsblokkade van een melkveebedrijf wordt vrijgegeven als de melkveehouder van alle melkgevende dieren een juiste kalfdatum heeft ingevoerd in het I&R systeem. Dit kan een melkveehouder pas doen door het aanleveren van duidelijk bewijs: DNA bewijs of bewijs uit de eigen administratie.

Als dat bewijs er niet is, moet de melkveehouder de kalfdatum zo goed mogelijk schatten en kan er een ‘fictieve kalfdatum’ in het I&R systeem gezet worden. Maar met een fictieve kalfdatum, is er geen officiële relatie aangetoond tussen de moeder en de nakomeling en blijft betreffend meerlingnakomeling individueel geblokkeerd in I&R. Dit geldt dus ook voor de meerlingnakomelingen die reeds op kalverhouderijen staan. Deze individueel geblokkeerde meerlingen kunnen alleen vrijgegeven worden indien alsnog, bijvoorbeeld middels DNA-onderzoek, de relatie tussen moederdier en nakomeling is aangetoond en goed is geregistreerd in I&R.

Volgens LTO-vakgroepvoorzitter Wim Thus is het frustrerend dat er niet sneller met NVWA toegewerkt kan worden naar afsluiting van dit dossier, terwijl de kalversector niet eens de veroorzaker is van de onregelmatigheden in I&R. "Als LTO-vakgroep en SBK blijven we daarom bestuurlijke druk uitoefenen om dit dossier snel te kunnen sluiten."