‘Laat veesectoren ecologisch ontwikkelen’

Begrens de veesectoren niet, maar laat ze ecologisch ontwikkelen. Dat was de boodschap van Martin Scholten tijdens de discussiemiddag van de VVK vrijdag 16 februari in Barneveld.

Tijdens deze middag werd gesproken over de toekomst van de kalverhouderij. Een forum van zes personen ging daarbij in discussie met elkaar en met de ruim 150 aanwezigen. De parate kennis over de kalversector bleek bij verschillende forumleden minimaal. Vooral de Tweede Kamerleden Jaco Geurts (CDA) en Rik Grashoff (GroenLinks) en René Schepers (Wakker Boer) konden - uitgedaagd door discussieleider Dick Veerman - weinig zinnige cijfers over de kalversector reproduceren.

LTO-vakgroepvoorzitter Wim Thus, Bert van de Berg (Dierenbescherming) en Martin Scholten (directeur Animal Sciences Group van Wageningen UR) kwamen beter beslagen ten ijs. Op de vraag van Veerman hoeveel procent van de importkalveren binnen acht uur op een Nederlands kalverbedrijf arriveren, wisten deze forumleden dat 80 procent het juiste getal was, waarbij vooral naaste buur Duitsland, gevolgd door België, hofleverancier is en Oost-Europa een marginale rol speelt.

De discussie spitste zich deze middag toe op het sluiten van kringlopen, een onderwerp dat komend jaar op de politieke agenda staat en gevolgen zal hebben voor de veehouderij. Waar Rik Grashoff van GroenLinks het standpunt verdedigde dat de Nederlandse kalverhouderij alleen zou mogen bestaan uit kalveren die in Nederland geboren zijn, gaf Wim Thus aan dat je Duitsland, Nederland en België als een economische eenheid moet beschouwen, die nadrukkelijk de samenwerking zoekt met de melkveehouderij.

Scholten viel hem bij door te stellen dat het sluiten van kringlopen zowel op kleine schaal als op grote schaal kan. “Begrens de kringloop niet. Doe dichtbij wat dichtbij kan, veraf is daarbij niet per se slecht. De doelstelling is zuinig omgaan met grond en grondstoffen.” Hij adviseert bedrijven in de keten partners te zoeken om meer circulair te werken. Dat kan volgens hem met regionale spelers maar ook met multinationals. “Je hebt in ieder geval ruimte nodig om te kunnen verbinden.”

Wetten en regels zijn volgens Scholten alleen nodig om excessen tegen te gaan. Voor de rest moet je veesectoren niet begrenzen maar ecologisch laten ontwikkelen. “Want voor een ecologisch verantwoorde voedselproductie is vee onmisbaar.” Vanuit de zaal werd geopperd dat de kalverhouderij de meest duurzame sector is omdat de kalverhouderij de enige veesector is die geen dieren geboren laat worden om vlees te produceren, maar juist gebruikt wat over blijft uit de melkveehouderij.

Bert van de Berg daagde daarbij ketenpartijen in de kalverhouderij uit om meer te experimenteren. “Er zijn nu slechts twee smaken, blank en rosé.” Meer vormen van houderij, waarbij de nadruk nog meer op dierenwelzijn ligt, maakt het volgens hem mogelijk om een segment kopers aan de sector te binden waardoor het kalfsvlees meer gewaardeerd wordt in Nederland. “Alle veesectoren hebben integraal duurzame systemen ontwikkeld. De kalversector is daarbij achtergebleven.”

Discussieleider Dick Veerman (staand links) tijdens de discussiemiddag op Kalverhouderij Beekzicht in Barneveld.

Foto boven: Martin Scholten (Wageningen UR), Jaco Geurts (CDA) en Rik Grashoff (GroenLinks).