Noord-Amerikaanse kalfsvleessector slinkt

Het aantal vleeskalveren in Canada en de Verenigde Staten is in vijftien jaar tijd gehalveerd.

Na de piekproductie van 600.000 kalveren in 2002 is de kalfsvleesproductie in de Verenigde Staten gedaald tot 218.000 stuks in 2016. De Canadese kalverhouderij bereikte haar top in 2008 met 315.000 kalveren. Hiervan zijn er momenteel nog 235.000 over.

De marktsituatie in Noord-Amerika is één van de onderwerpen op het kalfsvleessymposium in het Franse La Baule. Jean-Philippe Deschêsnes-Gilbert, afgevaardigde van de Canadese Veal Assosiation, constateert dat de belangrijkste oorzaak de grote concurrentie met andere dierlijke eiwitten is. Ook een slechte promotie van kalfsvlees in Noord-Amerika en de internationale concurrentie met Europa na het opengaan van de grenzen hebben invloed.

In Canada wordt vlees als kalfsvlees gedefinieerd als het afkomstig is van een karkas van minder dan 180 kg. Er zijn twee soorten kalfsvlees in Noord-Amerika: melkgevoerde kalveren en graangevoerde kalveren. De melkgevoerde kalveren hebben een karkasgewicht van gemiddeld 120 kg. Karkassen van graangevoerde kalveren wegen gemiddeld 168 kg. Binnen beide categorieën zijn er wel flinke spreidingen in de slachtgewichten.

Evenals in Europa nemen in Noord-Amerika de maatschappelijke eisen toe. Met name als het gaat om het gebruik van antibiotica en het tegengaan van resistente bacteriën. De markt past zich hierop snel aan, constateert Deschêsnes-Gilbert. In Canada is een nieuwe certificering in gebruik genomen voor ‘goede praktijk’ op de kalverbedrijven waardoor er meer garanties kunnen worden gegeven omtrent de kwaliteit van het vlees.

Met een bevolking van 350 miljoen (in Canada en de Verenigde Staten samen) is er met de juiste promotie een reële groei van de consumptie mogelijk, besluit Deschêsnes-Gilbert.