Kalverhouders met jongvee en/of melkvee moeten goed controleren of het fosfaatreductieplan voor de melkveehouderij niet nadelig uitpakt voor het kalverbedrijf.
Weliswaar is de vleeskalverhouderij uitgesloten van de fosfaatregeling (artikel 13 uit de regeling), maar kalverhouders met jongvee en/of melkvee kunnen onbedoeld nadelig beïnvloed worden. Dit geldt onder andere voor melkleverende bedrijven met vleeskalveren. Wanneer er op 2 juli 2015 alleen stierkalveren op het kalverbedrijf stonden en nu vaarzen en stieren, zou dit tot problemen kunnen leiden. Voor 2017 tellen al de vrouwelijke runderen mee in de GVE-berekening (en dus ook voor de reductie).
Voor bedrijven met vleeskalveren en andere, niet melkproducerende runderen, geldt 15 december 2016 als referentiepunt. Wanneer zij op die datum geen vleeskalveren op het bedrijf hadden staan, kan dit de komende maanden leiden tot forse betalingen. Wanneer op deze bedrijven na de leegstand wel vrouwelijke vleeskalveren worden aangevoerd, zou het bedrijf kunnen worden beboet omdat er meer vrouwelijke dieren worden gehouden dan ten tijde van de referentiedatum op 15 december 2016.
LTO Nederland zal in het regulier overleg met het ministerie van Economische Zaken aandacht vragen voor zulke knelgevallen. Vakgroepvoorzitter Wim Thus wil op voorhand weten om hoeveel bedrijven het gaat. Thus roept kalverhouders op zich te melden wanneer ze groot nadeel ondervinden van het fosfaatreductieplan. “Laten we proberen de knelgevallen tijdig te tackelen.†Kalverhouders, met een concrete beschrijving van het knelpunt, kunnen zich melden bij Ernest Bokkers, secretaris van de LTO-vakgroep via ebokkers@lto.nl.
Voor meer informatie zie ook deze pdf.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland