Derogatie ook cruciaal voor kalverhouderij

Het behouden van de derogatie is ook cruciaal voor de kalverhouderij.

Omdat na het mislukken van de invoering van de fosfaatrechten bij melkvee de derogatie voor Nederland op de tocht staat - zelfs voor het jaar 2017 - vraagt de kalversector zich af wat de gevolgen zijn mocht Brussel besluiten tot intrekking.

Van de 19.000 Nederlandse veehouders die derogatie aanvragen, komen er 18.000 primair uit de melkveehouderij. De overige duizend aanvragers komen uit de kalver-, vleevee- en jongveehouderij.

Aangezien rosékalveren staan aangemeld als graasdieren, mogen de eigenaren van deze dieren voor hun grond derogatie aanvragen (mits ze aan de voorwaarden voldoen). Mocht de derogatie verdwijnen, dan zullen deze kalverhouders minder mest per hectare mogen uitrijden op hun eigen grond en meer mest moeten afvoeren.

Daarnaast gaan melkveehouders zich als geduchte concurrent manifesteren op de mestmarkt. Dit effect is voor elke kalverhouder voelbaar die afhankelijk is van de vrije mestmarkt. Als de derogatie wordt ingetrokken, komt er immers 70 miljoen kg fosfaat extra op de markt die niet op de melkveebedrijven geplaatst kan worden.

En aangezien de verhouding stikstof/fosfaat van kalvermest minder gunstig is dan van rundveemest, willen akkerbouwers liever rundveemest. Dit geldt zeker voor kalvergier maar ook voor mest van rosékalveren. Door de jaren heen is de mestsamenstelling van deze categorie gewijzigd (minder stikstof per kuub en meer fosfaat). Akkerbouwers kiezen liever voor rundveemest die ruim voorhanden is en waarschijnlijk qua prijs interessanter.

Een consequentie kan volgens LTO-beleidsmedewerker Wiebren van Stralen zijn dat kalverhouders hun kalvermest gewoonweg niet meer kwijt kunnen. De enige oplossing is dan de stallen leeg laten staan en de aanwezige mest op een ander moment afvoeren. “Het is dus in het belang van de hele veehouderij dat er een oplossing komt.”

Van Stralen merkt dat niet alle veehouders de ernst in zien. “Ze denken dat het een probleem is van de melkveehouderij dat ook daar opgelost moet worden.” Dit laatste klopt, maar de impact van het verliezen van derogatie geldt voor iedereen. Wel verwacht de beleidsmedewerker op korte termijn een oplossing. “Ik zie hem op dit moment nog niet, maar alle partijen willen dat het snel geregeld wordt.”