Het oosten van Nederland blijft duidelijk achter met mestverwerking.
Dat concluderen Projectbureau Lokale Mestverwerking en Bureau Mest Afzet (BMA). Voor het derde jaar op rij inventariseerden zij de mestverwerkingscapaciteit in Nederland. De meeste verwerkers bevinden zich in concentratiegebied zuid. De capaciteit in oost blijft sterk achter bij de benodigde verwerkingscapaciteit voor dit gebied.
Het blijkt dat de capaciteit van alle operationele verwerkingsprocessen in 2015 is toegenomen met circa 3,5 miljoen kg fosfaat ten opzichte van 2014. Verdere uitbreiding van verwerkingscapaciteit is nodig vanwege de uitbreiding van de melkveestapel, het schot tussen pluimveehouderij en overige diersoorten, de export van fosfaat als dierlijke mest afkomstig van andere bronnen dan dierlijke mest én overschatting van de exportcijfers op basis van Vervoersbewijzen Dierlijke mest.
De Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) berekende dat in 2015 de verwerkingsbehoefte 47,1 miljoen kg fosfaat is. In 2014 werd 44,3 miljoen kg fosfaat geëxporteerd of verbrand. De helft daarvan komt voor rekening van de verwerkingsinstallaties. De rest bestaat voornamelijk uit export van champost en export van onbehandelde pluimveemest.
De verwachte aanvullende verwerkingscapaciteit in 2016 bedraagt naar verwachting 2,2 tot 2,8 miljoen kg fosfaat en ontstaat door uitbreiding en nieuwe initiatieven. Daarmee lijkt de sector op de goede weg, maar zal concentratiegebied oost nog een slag moeten maken.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland