Rechtszaak tegen Brabantse BZV van start

Woensdag 27 mei is in Den Bosch de rechtszaak gestart die de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) heeft aangespannen tegen de provincie Noord-Brabant inzake de Brabantse Zorgvuldigheidsscore (BZV).

De BZV legt veehouders in Brabant extra eisen op als het gaat om ammoniak, geur, fijn stof, etc. Veehouders die aan alle wettelijke eisen voldoen krijgen een 6. Als deze bedrijven willen uitbreiden moeten ze een 7 scoren. Voor kalverhouders is de BZV een drama. Kalverbedrijven stoten relatief weinig emissie uit en kunnen daardoor weinig winst boeken met extra investeringen. Ze halen dus weinig extra punten waardoor uitbreiding in veel gevallen niet mogelijk is of extreem duur.

De NVV vindt de BZV een slecht middel om verduurzaming na te streven omdat alle bedrijven die zich willen ontwikkelen naar een hoger niveau moeten (moeten investeren) terwijl er geen hogere opbrengsten tegenover staan. De NVV wil dat de sector zelf verduurzaamt en dat deze ontwikkeling gelijke tred houdt met het doorberekenen van de kosten aan de consument.

Ook vindt de NVV dat de BZV onrechtmatig is omdat het niet-ruimtelijk relevante eisen bevat, zoals antibioticagebruik, dierenwelzijn en het werken in kringlopen. De Raad van State heeft op dit punt in januari een kalverhouder uit het Brabantse Reusel in het gelijk gesteld die vond dat deze niet-ruimtelijke eisen niet in het bestemmingsplan van de gemeente thuis horen.

De NVV wil dat de rechter de BZV geheel of gedeeltelijk onverbindend verklaard. Daarnaast eist de NVV een financiële schadevergoeding voor de extra investeringen en meerkosten die veehouders maken. De rechtszaak in Den Bosch kan ook gevolgen hebben voor andere provincies de extra eisen stellen aan veehouders.