Leegstand

\n\n

\n \n \n

 

\n

\n Hogere leegstandsvergoeding bij langer\n leeg

\n

\n Niet alleen het bekkie dat\n scoort

\n

\n

 

\n

\n De VanDrie Group introduceerde begin dit jaar een vergoeding\n voor langere leegstand. Hoe hoog de extra vergoeding is, hangt\n van verschillende factoren af. ?Het is niet alleen het bekkie\n dat scoort??, zegt Henny Swinkels van de Van Drie\n Group.

\n

\n

 

\n

\n Het doel van de tussentijdse leegstandsvergoeding is, zorgen\n dat vraag en aanbod van kalfsvlees beter op elkaar afgestemd\n zijn. ?Hoewel we niet in een glazen bol de toekomst kunnen\n voorspellen. Hebben we wel een idee van de vraag naar\n kalfsvlees over een half jaar. Door flexibel met de\n leegstandsperiode en het aantal op te zetten kalveren om te\n gaan proberen we vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen.\n Uiteindelijk om de beste prijs te realiseren??, verduidelijkt\n Swinkels.\n

\n

 

\n

\n Leegstandperiode

\n

\n Voorheen was het zo dat bij het leegkomen van een stal meestal\n een periode van twee weken gehanteerd werd als leegstand. Een\n kalverhouder had die tijd om de stallen schoon te maken. Maar\n leegstaan betekent geen geld verdienen, dus alles moet zo snel\n mogelijk weer vol. In de nieuwe systematiek is de tijd van\n leegstand veel flexibeler. Swinkels zegt dat deze tijd varieert\n tussen de twee en de tien weken. Er zijn daarvoor geen vaste\n regels te geven. Dat betekent dus dat bij de ene kalverhouder\n een stal drie weken leeg kan staan en bij een ander kan het\n tien weken duren voordat hij nieuwe kalveren krijgt.\n

\n ?Elke keer kijken we hoe verwachten we de vraag, pas daarna\n bepalen we per week hoeveel kalveren we gaan opzetten.?? Deze\n redenatie heeft niet alleen gevolgen voor de periode van\n leegstand. Maar het kan volgens Swinkels ook betekenen dat in\n sommige situaties een stal niet helemaal vol gezet wordt. ?We\n kijken bij onze afweging heel nadrukkelijk naar het rendement\n van de standplaatsen. Dat weegt mee als beslissingsfactor. We\n koppelen de productiecapaciteit aan het rendement. Op deze\n manier willen we de kalverhouders belonen die betere prestaties\n leveren.??\n

\n

 

\n

\n Grip op de markt

\n

\n Hoelang de VanDrie Group deze methode gaat hanteren is nog niet\n duidelijk. ?We gaan er heel pragmatisch mee om. Dat we tot dit\n besluit zijn gekomen, heeft met de huidige marktsituatie te\n maken. Er moest iets gebeuren om meer grip op de markt te\n krijgen. Je kunt niet te lang geld toe geven.??\n

\n Al eerder probeerde de VanDrie Group de markt te beïnvloeden\n door 25.000 kalverplaatsen af te stoten. Maar dat lukte niet.\n De beslissingen werd genomen op een heel ongunstig tijdstip. In\n de periode daarna werd er flink aan het kalfsvlees verdiend.\n Andere integraties, handelaren en vrije producenten vulden de\n vrijgevallen plaatsen snel op. Nuka?s werden niet goedkoper en\n er bleef daardoor een ruim aanbod aan kalfsvlees. Swinkels zei\n hierover al eerder dat verminderen van het aantal\n kalverplaatsen één van de zwaarste beslissingen is geweest die\n de onderneming heeft moeten nemen. Omdat het hier een afscheid\n betreft van ondernemersgezinnen.\n

\n

 

\n

\n Overschot aan plaatsen

\n

\n Nog steeds bleef de markt dus zitten met een overschot aan\n kalverplaatsen. Swinkels berekende dit overschot op zo?n 10\n procent. Door nu flexibel om te gaan met tijden en aantallen\n kalveren hoopt de VanDrie Group wel de aanbodskant van de markt\n iets te kunnen knijpen. Swinkels geeft een\n grote-lijnen-voorbeeld: ?Voor een bedrijf met 1.000 plaatsen\n waar je 25 weken kalveren houdt, heb je 2.000 nuka?s per jaar\n nodig. Deze hebben gemiddeld een opbrengst van 145 kilogram\n vlees. Als je die 1.000 plaatsen nu twee weken langer vol laat\n staan, dan worden de kalveren iets zwaarder, waardoor de hogere\n nukaprijs wat minder zwaar doordrukt, want deze prijs wordt\n over meer kilos verdeeld. Als je daarnaast dan ook nog de\n leegstand op vier weken houdt, dan breng je de capaciteit met\n vier procent terug. Dat is de systematiek die we nu hanteren.\n ??\n

\n

 

\n

\n Niet expliciet

\n

\n Over de vergoeding die kalverhouders krijgen voor de langere\n leegstand, wil Swinkels niet al te expliciet zijn. ?Ik kan\n alleen zeggen dat deze in grote lijnen reëel is. Kijk, een\n kalverhouder heeft geen werk, maakt minder kosten dus het is\n logisch dat hij niet het volle pond krijgt. Maar we proberen de\n vergoeding zo goed mogelijk af te stemmen. Per bedrijf wordt\n dat uit onderhandeld.??\n

\n Swinkels erkent dat het dus aan de onderhandelingscapaciteit\n van de kalverhouder ligt hoe hoog zijn vergoeding is, maar\n benadrukt dat ook in deze de prestatie nadrukkelijk meespeelt.\n ?Het is niet zo dat iemand die goed praat een hoge vergoeding\n krijgt.??\n

\n De reacties zijn overwegend constructief. Eerder gaf Swinkels\n aan dat zestig tot zeventig procent van de kalverhouders\n positief is. ?Iedereen begrijpt dat er wat moest gebeuren. Met\n verliezen als deze kun je niet net doen alsof er niets aan de\n hand is. We moeten gezamenlijk door deze dip heen zien te\n komen. En dan moet je zo slim en effectief mogelijk handelen.\n Het lijkt alsof het wel iets beter gaat en er licht aan het\n eind van de tunnel schijnt. Doordat nuka?s wat goedkoper worden\n en de prijzen van vlees wat stijgen. Maar de gestegen kostprijs\n die op een zeer hoog niveau ligt, baart me zorgen. De kosten\n voor energie, mestafzet en melkpoeder zijn structureel hoger.\n Daar zie ik nog niet snel verandering in komen. Dus moeten we\n proberen om deze structureel hogere kosten ook door te vertalen\n naar een structurele verhoging van de opbrengstprijs van het\n vlees. Maar of dat ook gaat lukken? de tijd zal het leren.??\n

\n

 

\n

\n Kalverhouders spreken in het algemeen over een standaard\n leegstandsvergoeding van ?1,55 per kalf per week. Wanneer deze\n vergoeding wordt uitgekeerd is afhankelijk van het contract.\n Sommigen hebben bijvoorbeeld een maximale leegstand van vier\n weken bedongen in hun contract. Voor hen geldt dat ze normaal\n gesproken binnen twee weken weer vol staan. Als het langer\n duurt, tot maximaal vier weken, dan wordt vanaf week twee van\n de leegstand de leegstandsvergoeding uitgekeerd. De nieuwe\n vergoeding die voor langere leegstand vaak door kalverhouders\n genoemd wordt is ?2,25 per kalf per week. Afhankelijk van de\n positie van de kalverhouder kan hij hier wel of niet mee uit de\n voeten. Zeker voor kalverhouders die er iets naast doen, kan\n het gunstig uitpakken. De vergoeding dekt (gedeeltelijk) de\n vaste lasten terwijl er geen kosten worden gemaakt voor mest en\n energie.\n

\n

 

\n

\n \n\n

Agenda

    Er zijn momenteel geen evenementen gepland

Meer agenda

De Stoppersregeling

Alle antwoorden op veel gestelde vragen

Klik hier

Stelling

Loading

Weer

  • Zaterdag
    8° / -2°
    10 %
  • Zondag
    9° / -1°
    10 %
  • Maandag
    10° / -1°
    10 %
Meer weer