Luchtwasser enige optie voor Brabantse kalverhouders

Gedeputeerde Staten heeft onderzoek laten doen naar beschikbare stalsystemen voor de verschillende diersoorten (brongericht en end-of-pipe). Omdat brongerichte stalsystemen nog niet zover ontwikkeld zijn dat ze binnen afzienbare tijd beschikbaar zijn, houdt GS vast aan stalaanpassingen per 1 januari 2024. Ook verwacht de provincie dat de brongerichte technieken aanmerkelijk minder ammoniak reduceren dan luchtwassers.

Omdat de overbelasting van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden volgens de provincie dermate dwingend is, is er geen verruiming van de termijn mogelijk. Voor kalverhouders zit er niets anders op dan een vergunning aan te vragen met luchtwassers. Daarnaast verwacht de provincie dat brongerichte stalsystemen veel hogere investeringen met zich meebrengen dan luchtwassers (zeker bij bestaande stallen). Boeren zullen voor luchtwassers kiezen ook al zouden brongerichte technieken voor handen zijn, is de gedachte.

Omdat nog veel Brabantse kalverhouders een vergunning met luchtwassers moeten aanvragen, kan dit komend jaar leiden tot een piek in de aanvragen waardoor een tijdige afhandeling in de knel komt. Veehouders die vóór 1 april 2023 een volledige vergunningaanvraag hebben ingediend, maar niet tijdig over een vergunning beschikken, krijgen een realistische termijn om hun stalaanpassing te realiseren.

Ook gelden voor hen de staleisen die van kracht zijn op het moment van aanvragen van de vergunning (50 procent ammoniakreductie) in plaats van de eisen die gelden na 1 januari 2024 (70 procent ammoniakreductie).

Veehouders die hun vergunning na 1 april 2023 aanvragen en niet tijdig hun beschikking krijgen, kunnen rekenen op handhavend optreden. Veehouders die er voor kiezen om in 2028 hun bedrijf te beëindigen middels intrekking van de vergunning, krijgen de mogelijkheid om met het houden van de helft van het aantal dieren toch te voldoen aan de reductie-eis van 50 procent.

Enkele zeer kleine veesectoren krijgen van de provincie wel meer tijd om stallen aan te passen. Dit geldt voor vlees- en fokstieren die op stro worden gehouden, bepaalde scharrelkippen, konijnen en vleeskalkoenen.