Subsidieregeling alternatieve kalverketens 16 mei open

Totaal is er 10 miljoen euro beschikbaar.

Voorwaarde is dat het project voor een alternatieve kalverketen een samenwerkingsverband is waaraan in elk geval een melkveehouder, slachter en afzetkanaal deelnemen. Ook kalverhouders en andere partijen uit de kalverketen mogen meedoen aan het project.

De projecten moeten aansluiten bij de drie houderijthema's zoals voorgesteld in de scenariostudie, te weten:
- Loyaal aan lokaal, melkveehouders brengen de kalveren rechtstreeks naar de kalverhouder en stellen samen een gezondheidsplan op;
- Maximaal integraal, de kalveren blijven bij de melkveehouder tot ze drie maanden oud zijn;
- Thuis en tevreden: de kalveren blijven bij de melkveehouder tot ze geslacht worden.
Ook projecten die niet in deze drie scenario's passen maar wel een samenwerking en een gezonde kalverketen voor ogen hebben, kunnen een project indienen.

Onder de subsidie vallen het opzetten van een samenwerkingsverband, het maken van een projectplan, het delen van de kennis, operationele kosten en projectmanagement. Op fysieke investeringen krijgt het samenwerkingsverband 40 procent subsidie. Denk daarbij aan het verbeteren van stallen, grond (maximaal 10 procent van de totale subsidiekosten), machines, software en dergelijke. Ook arbeidskosten vallen binnen de subsidie.

Een onafhankelijke commissie beoordeelt alle aanvragen op effectiviteit, haalbaarheid, innovatie en efficiëntie. Er zijn maximaal 36 punten te verkrijgen. Bij overtekening van de regeling zullen de aanvragen met de meeste punten worden gehonoreerd.

Meer informatie over deze regeling is te vinden op de site van RVO.