Vanaf 1 januari 2024 alleen BVD-vrije kalveren

Tot nu toe is deelname aan het BVD-bestrijdingsprogramma voor houders van runderen vrijwillig. Binnen de zuivel bestaat er voor melkveehouders wel een verplichting tot BVD-bestrijding. Op dit moment heeft ongeveer 3,5 procent van de melkveehouders een BVD-onbekende status.

De aanscherping van de BVD-eisen heeft gevolgen voor landen waaruit Nederland kalveren kan importeren. Alleen van landen waar een nationaal BVD-bestrijdingsprogramma in werking is, mogen kalveren vanaf die datum nog naar ons land komen. Dit zijn Duitsland, België, Luxemburg, Denemarken en Ierland. Oost-Europese landen en de drie Baltische staten vallen af.

Ook vanuit Frankrijk en Italië mogen geen kalveren naar Nederland vervoerd worden, tenzij zij aantoonbaar vrij zijn van BVD. Deze landen hebben geen grootschalige nationale bestrijdingsprogramma’s voor de ziekte. BVD is een virusziekte die de weerstand van kalveren sterk verlaagt waardoor dieren last krijgen van onder andere diarree en luchtwegaandoeningen.

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is ook bezig met een wettelijk bestrijdingsprogramma voor IBR. Vanaf 1 januari 2023 moet deze algemene maatregel van bestuur ingaan. Het nationale IBR-bestrijdingsprogramma gaat dan ook gelden voor vleesveehouders.

De kalverhouderij blijft in dit programma gevrijwaard van vaccinatie omdat de kalveren komen van vrije bedrijven of bedrijven waar gevaccineerd wordt en de kalveren uiteindelijk geslacht worden en niet op andere bedrijven terechtkomen.