Slachterijen winnen rechtszaak over NVWA-tarieven

Het college deed uitspraak nadat verschillende slachterijen (waaronder Ekro en Vitelco) in 2018 een zaak hadden aangespannen. Ze vinden dat de facturen van de NVWA niet overeenkomen met de Europese Verordening 882/2004 waarin officiële controles staan beschreven inzake naleving van regels ten behoeve van levensmiddelen, diergezondheid en dierenwelzijn.

Zonder een goed inzicht in de opbouw van de tarieven valt niet te beoordelen of ze voldoen aan de Europese regels, stelt het CBb. Eerder werd al duidelijk dat de minister kosten voor de interne opleiding van de controlerende dierenartsen en assistenten niet in rekening mag brengen, net zo min als de kosten voor het vullen van de weerstandskas van Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS).

De minister moet nu binnen 26 weken nieuwe beslissingen nemen op de bezwaren van de slachthuizen met in achtneming van de uitspraak. In vele honderden soortgelijke zaken over deze kwestie komt het CBb tot een vergelijkbare uitspraak. Ook in die zaken moet de minister nieuwe besluiten nemen. Vanwege het grote aantal te nemen beslissingen krijgt de minister hiervoor 52 weken de tijd.

Het college veroordeelt het ministerie verder tot een bijdrage in de proceskosten.