Brabantse boeren verliezen rechtszaak

ZLTO en POV hadden de rechter eind vorig jaar gevraagd de regels over de eisen aan verouderde stalsystemen én de datum waarop deze aangepast moeten zijn, onverbindend te verklaren. Het gaat hierbij om het beleid van het vorige provinciebestuur dat een deadline in de huidige Interim omgevingsverordening opgenomen heeft van 1 oktober 2022. Oude stallen moesten vóór die datum aangepast zijn in een emissiearme stal.

De rechtbank in Den Haag is van mening dat de provincie deze regels mag stellen, de rechtbank vindt het alleen niet helder of het in individuele gevallen geen te zware gevolgen heeft. Volgens de rechtbank had de provincie bij het beleid moeten betrekken dat niet elk bedrijf een relevant effect heeft op Natura 2000-gebieden en dat elk gebied andere stikstofdoelstellingen heeft. Ook moeten de investeringen van veehouders opwegen tegen de effecten voor Natura 2000-gebieden.

De uitspraak is enigszins mosterd na de maaltijd. Onlangs heeft het nieuwe provinciebestuur een voorstel ter inzage gelegd om de datum waarop verouderde stallen aangepast moeten zijn, te verschuiven naar 1 januari 2024. Hierover nemen Provinciale Staten in november een besluit. ZLTO gaat er echter vanuit dat de provincie de uitspraak van de rechter in overleg met de sector gaat betrekken bij de behandeling van de interim omgevingsverordening die ter inzage ligt.

Brabants gedeputeerde Elies Lemkes-Straver laat weten dat de uitspraak duidelijk maakt dat provincies eisen aan stalsystemen mogen stellen. “Conform ons bestuursakkoord hebben we dan ook een reëel tijdspad opgenomen waarin boeren hun verouderde stalsystemen kunnen aanpassen, zonder de doelen ten aanzien natuurherstel en -behoud uit het oog te verliezen.”

Over het zorgpunt van de rechter dat de lasten voor individuele gevallen te zwaar kunnen zijn, zegt de gedeputeerde Landbouw dat ze daarmee rekening heeft gehouden in de wijzigingsvoorstellen van de interim omgevingsverordening.

Lemkes-Straver geeft verder aan oog te houden voor mogelijk onevenredige gevolgen op individueel niveau. “We vinden het belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven over de toekomst, waarin verduurzaming een gemeenschappelijk belang is.” ZLTO beraadt zich samen met de individuele deelnemers in deze rechtszaak op de vervolgstappen en zet het overleg met de provincie voort.