Dierenbescherming presenteert ‘deltaplan’ veehouderij

Wat de kalverhouderij betreft, wil de organisatie jonge kalveren tot drie maanden bij de moederkoe laten staan, waar ze vervolgens verder groeien tot de slachtleeftijd of na spenen verhuizen naar een gespecialiseerd kalverbedrijf. De gespecialiseerde kalverbedrijven kopen alleen nog dieren van melkveehouders in Nederland, Duitsland en België op zo kort mogelijke afstand van het geboortebedrijf.

Als het aan de Dierenbescherming ligt, wordt er uitsluitend rosé kalfsvlees of jong rundvlees geproduceerd. Weidegang voor de kalveren is een vereiste. Het bedwelmen en doden van de runderen gebeurt in een mobiele slachterij die het bedrijf bezoekt, of op een slachthuis zo dicht mogelijk bij het bedrijf. Het gebruik van dieren voor voedselproductie zal in 2050 niet volledig verdwenen zijn, denkt de organisatie, maar wel significant anders en kleiner in omvang.

In een reactie zegt LTO Nederland graag het gesprek aan te gaan met de Dierenbescherming over de suggesties, maar ook oog te hebben voor de negatieve consequenties en risico’s die bepaalde voorstellen met zich meebrengen voor diergezondheid, voedselveiligheid en het milieu. Realisme, bedrijfseconomische effecten en toekomstperspectief zijn volgens LTO Nederland de belangrijke onderdelen van iedere oplossing. ‘Uiteindelijk is het immers de consument die bepaalt wat hij of zij eet.’

Het plan van de Dierenbescherming is te lezen op www.deltaplanveehouderij.nl.