Vleesconsumptie in Nederland stijgt licht

Het totale verbruik van vlees en vleeswaren per hoofd van de bevolking in Nederland bedraagt in 2018 iets meer dan 77 kg. Deze hoeveelheid ligt ruim een halve kilo boven het verbruik in 2017.

Hiermee is er voor het eerst na tien jaar weer een lichte stijging in de vleesverbruik. De stijging komt vooral door een toename van het verbruik van pluimveevlees en een marginale toename van varkens- en rundvlees. De cijfers voor kalfs-, schapen-, geiten- en paardenvlees blijven gelijk aan eerdere jaren.

De verhoudingen tussen de verschillende soorten vlees veranderen nauwelijks. Bijna de helft van het verbruik in 2018 bestaat uit varkensvlees (36,6 kg). Pluimveevlees (22,5 kg) en rundvlees 15,5 kg) zijn goed voor de andere helft van de vleesconsumptie in Nederland. De gepresenteerde cijfers melden het verbruik op basis van karkasgewicht, dus vlees inclusief been, vet en zwoerd. Als vuistregel geldt dat daarvan ongeveer de helft feitelijk geconsumeerd wordt als vlees en vleeswaren.

Marktonderzoeksbureau IRI constateerde onlangs een daling in de hoeveelheid roodvleesproducten (rund-, varkensvlees en wild) dat voorbij de kassa's van een aantal supermarktketens is gegaan sinds 2017 tot medio 2019. Dit is volgens Wageningen UR een andere en minder omvattende wijze van dataverzameling. De manier zoals Wageningen UR de consumptie berekent houdt ook rekening met de bestedingen aan vlees buitenshuis.

Het jaarlijks onderzoek voert Wageningen UR uit in opdracht van Wakker Dier. Deze organisatie spreekt van ‘zeer verontrustend nieuws’. De stijging staat volgens de dierenrechtenorganisatie haaks op de foodtrends van de laatste jaren. Anne Hilhorst van Wakker Dier: “Het leek tijd voor de bietenbal. En dan deze stijging."

Vleesverbruik per hoofd van de bevolking in Nederland (in kg)