In 2018 hebben kalverhouders 5 procent minder antibiotica gebruikt dan het jaar er voor. Dat blijkt uit de jaarrapportage van de autoriteit diergeneesmiddelen (SDa).
De daling is over de hele linie van kalverbedrijven gerealiseerd, behalve bij rosébedrijven met zowel starters als afmest. Daar is een lichte stijging opgetreden. Het expertpanel van de SDa hoopt dat met de daling van 5 procent een verdere reductie van antibiotica is ingezet. Tussen 2013 en 2017 stagneerde namelijk de daling van het antibioticagebruik.
Ten opzichte van 2007 - toen de kalverhouderij als eerste veesector startte met de reductie van antibiotica - is er in de kalverhouderij sprake van een daling van het gebruik van 52 procent. Ten opzichte van 2009 – toen de andere veesectoren startten met de reductie – is de afname 44 procent.
Gekeken naar de werkzame stoffen die in de kalverhouderij gebruikt worden, is het gebruik van trimethoprimsulfa (eerstekeusmiddel) in 2018 bijna de helft van het niveau van 2014 en 2015. Na een gestage toename van chinolonen (tweedekeusmiddel) in de jaren 2014 tot en met 2016, is het gebruik in 2018 gedaald tot onder het niveau van 2014. Het gebruik van aminoglycosiden (tweedekeusmiddel) is ook licht gedaald, terwijl het gebruik van polymyxines sinds 2017 onveranderd op een zeer laag niveau ligt. Dit geldt ook voor de derdekeusmiddelen.
In de andere veesectoren is de daling bijna tot stilstand gekomen: varkenssector -0,4 procent, melkvee/overig rundvee respectievelijk -0,4 en -1,7 procent. Deze sectoren laten een constant laag, aanvaardbaar gebruiksniveau zien over de afgelopen vier jaar.
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland