‘Reikwijdte van maatregelen bij overheid amper in beeld’

De reikwijdte van de maatregelen die de overheid heeft ingesteld naar aanleiding van de I&R-fraude is bij de overheid amper in beeld, stelt de LTO-vakgroep Kalverhouderij.

Volgens RVO kan de blokkade er alleen af op basis van dna-onderzoek en bewijs van geboortedatum van het kalf. Hierbij zijn haarmonsters van het kalf en de moeder nodig, die door de houder zelf getrokken mogen worden. De geboortedatum moet bewezen worden op basis van inseminatiegegevens of gegevens van de melkgift van de moederkoe. Pas wanneer deze gegevens van alle geblokkeerde kalveren binnen zijn, kan dit worden ingediend bij RVO.

De LTO-vakgroep Kalverhouderij denkt dat dit praktisch onhaalbaar is. Sommige kalverhouders hebben van meer dan twintig geblokkeerde melkveebedrijven kalveren staan. Andere kalverhouders komen er na contact met de melkveehouder achter dat het nummer pas in het oor wordt geknepen op het moment dat het kalf het melkveebedrijf verlaat en dat daarbij niet wordt gekeken of dat nummer toebehoort aan het kalf dat het bedrijf verlaat.

Sommige melkveehouders geven aan dat koeien in groepshokken afkalven en dat ze ’s ochtends niet weten aan welke koe de pasgeboren kalveren toebehoren. Ook zijn er al moeders van de geblokkeerde kalveren geslacht. Kortom, niet elke melkveehouder kan of wil meewerken waardoor van een grote groep dieren de moeder-kalfrelatie niet meer aan te tonen is. De LTO-vakgroep heeft de NVWA opgeroepen dit te onderkennen en de bewijslast niet bij de kalverhouder neer te leggen.

Inmiddels zijn honderdvijftig melkveebedrijven vrijgegeven. Niet bekend is of kalveren afkomstig van deze melkveebedrijven automatisch vrijgegeven zijn. Dat zou volkomen logisch zijn, maar duidelijkheid daarover is er nog niet. LTO Nederland en melkveeorganisaties roepen de minister op om niet-frauderende melkveebedrijven vrij te geven. Daar valt volgens de LTO-vakgroep Kalverhouderij ook de kalversector onder.