'Kalf bij koe is aan melkveehouder'

Minister Carola Schouten vindt het aan de melkveehouders of zij het kalf na de geboorte bij de koe laten.

Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer. Woensdag 7 februari debatteert de vaste Kamercommissie over dit onderwerp.

Vooruitlopend hierop heeft Wageningen UR en het Louis Bolk Instituut een verkenning opgeleverd. De conclusie is dat er te weinig kennis is over het houden van kalveren bij de koe direct na de geboorte. Ook is het huidige productiesysteem er niet op gericht om kalveren bij de koeien te laten lopen. Daarnaast is het de vraag of de koe wel over de juiste moedereigenschappen bezit om het kalf gedurende een bepaalde tijd te zogen.

Volgens de verkenning is er ook nog geen meerwaarde in de markt te bedingen wanneer kalveren na de geboorte bij de koe blijven, terwijl er wel meer kosten aan verbonden zijn. Omdat het onderwerp kan leiden tot tegengestelde meningen binnen de sector, zal het fenomeen kalf bij de koe niet sterk gestimuleerd worden, denken de onderzoekers. Ze worden hierin ondersteund doordat zowel melkveehouders als erfbetreders en de periferie op dit moment eigenlijk helemaal niet open staan voor dit houderijconcept. Onervarenheid kan zelfs leiden tot ongewenste effecten, zoals een hogere kalversterfte.

Omdat het ook niet duidelijk is of het economisch haalbaar is om de kalveren langer bij de koe te laten, concluderen de onderzoekers dat de sector eerst moet komen tot een andere afweging wat betreft de manier van produceren en tegelijkertijd een verandering in het doen en denken moet bewerkstelligen.