Kalf bij koe is aan melkveehouder

Staatssecretaris Martijn van Dam vindt dat de melkveehouder moet bepalen of een pasgeboren kalf langer bij de koe moet worden gehouden. Hij ziet hierbij geen rol weggelegd voor de overheid.

Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.

Een kalf langer bij de koe houden is vanuit oogpunt van dierenwelzijn niet per definitie beter voor het welzijn van zowel kalf als koe stelt hij. Ook de veiligheid en gezondheid van een kalf zijn niet altijd geborgd wanneer een kalf na de geboorte bij de koe blijft, zeker niet in de gangbare stallen met roostervloeren en grote ligbedden.

Op 9 februari 2016 stemde de Tweede Kamer nog in met een motie van de PvdD waarin het kabinet de opdracht kreeg om binnen zes maanden met een plan te komen om kalveren langer bij de koe te houden. Van Dam geeft hieraan dus geen gehoor. In zijn brief schrijft hij dat het ene kamp vooral reageert vanuit emotie en het andere kamp juist de feiten benadrukt: 'dat leidt tot een boeiende discussie waarbij alle belanghebbenden één ding gemeen hebben, namelijk een goede zorg voor het kalf'.

De staatssecretaris stelt dat het primair de verantwoordelijkheid van de melkveehouderij en kalverhouderij is om samen met de zuivelketen na te denken over de vraag hoe kalveren een goede start kunnen krijgen.