Van Dam: stalomvang is aan provincie

De provincies bepalen de grootte van veehouderijstallen en niet het Rijk. Dat stelt staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken in een reactie op Kamervragen over de opkomst van grote veehouderijbedrijven.

De Tweede Kamerleden Eric Smaling en Henk van Gerven van de SP vroegen zich af wanneer de staatssecretaris met een wetsvoorstel komt om de omvang van veestallen te maximaliseren.

Volgens Van Dam zijn de milieu en ruimtelijke ordeningswetgeving - waarvoor provincies en gemeenten het bevoegd gezag zijn - de basis voor het beperken van de effecten van veehouderijbedrijven op lokaal niveau. Provincies en gemeenten kunnen bijvoorbeeld op basis van de Wet ruimtelijke ordening via het bouwblok een maximum stellen aan de stalgrootte en beperkingen opleggen aan de vestiging of uitbreiding van veehouderijen.

Het is volgens Van Dam dan ook aan provincies en gemeenten om te besluiten in hoeverre zij gebruik willen maken van de mogelijkheden om het decentrale omgevingsbeleid te wijzigen voor vergunningen van grote stallen.

Het aantal stallen met een Nederlandse Grootte Eenheid (NGE) van driehonderd is in Nederland tussen 2010 en 2013 toegenomen van 456 naar 618, blijkt uit cijfers van Alterra Wageningen UR